zondag 13 april 2008

Donorlanden willen meer via regering van Afghanistan werken

Er moet meer via de Afghaanse regering worden gewerkt, hulpprogramma’s moeten beter op elkaar worden afgestemd, ontwikkelingsdeskundigen moeten de hulpverlening overnemen van militairen en Afghanistan moet zelf meer doen tegen corruptie en drugs.

Dit waren enkele resultaten van een bijeenkomst van donorlanden voor Afghanistan in Washington die werd georganiseerd door de Wereldbank en waarbij belangrijke donorlanden aanwezig waren zoals de Verenigde Staten, Engeland, Duitsland, Canada en Nederland.

Onder voorzitterschap van de Nederlandse minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) kwamen de partijen overeen dat er meer via de Afghaanse regering moet worden gewerkt.

Dit betoogde eerder al Kai Eide, de nieuwe Speciale Gezant van de Verenigde Naties voor de UNAMA-missie in Afghanistan.

Daarnaast kwamen de donorlanden overeen dat ontwikkelingsdeskundigen het opbouwwerk van militairen in dorpen en districten langzamerhand overnemen.

Dit is een wens die al eerder is uitgesproken, maar die vooral wordt belemmerd door de verslechterende veiligheidssituatie in het land.

Kritiek op Afghanistan
Er was ook kritiek op de Afghaanse regering omdat zij te weinig doet aan corruptiebestrijding en het tegengaan van verbouw en handel in opium.

De Afghaanse minister van Financiƫn, Alhadi, zegde toe dat de Afghaanse regering haar inspanningen op dit gebied zal vergroten.

Afstemming
De donoren kwamen verder overeen dat zij hun programma’s op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, landbouw en economische ontwikkeling meer op elkaar zullen afstemmen.

Om dit te bewerkstelligen reizen ze volgende week gezamenlijk naar Afghanistan toe. Nederland zal daar ook bij vertegenwoordigd zijn.

Doel van de reis is om de afspraken verder uit te werken, zodat de landen in juni in Parijs concrete voorstellen kunnen bespreken op een grote donorconferentie.

Minister Koenders toonde zich in een verklaring “zeer tevreden” over de uitkomst van de vergadering.

Hij zei: “Het is een doorbraak dat donoren als USAID bereid zijn rechtstreeks samen te werken met de Afghaanse overheid. Er is veel bereikt op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg, maar de effectiviteit van de hulpverlening kan daardoor verder omhoog.”

Koenders zei verder dat “uiteindelijk het succes van de ontwikkelingsprogramma’s zal bepalen wanneer militairen van de NAVO-landen hun taak definitief kunnen overdragen aan het Afghaanse leger.”

Eerder kreeg de hulporganisatie USAID zware kritiek te verduren van de collega-hulporganisatie OXFAM.

Zie ook:
Kai Eide wil hulp aan Afghanistan verbeteren
Oxfam vindt hulpverlening VS niet doelmatig